Cookie beleid Kampong

De website van Kampong is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Terug naar toen: Frits Schilthuizen, Kampong-legende

Terug naar toen: Frits Schilthuizen, Kampong-legende

15 november 2022 16:30

Erik Hardeman & Bart Jan Bekooij

Wie zo tussen 1960 en 1990 in het weekend de voetbalvelden van Kampong betrad, kon ze niet missen: het illustere duo Cari Tijtgat en Frits Schilthuizen. Lange jaren drukten zij hun stempel op de voetbalafdeling, in eerste instantie vooral op de jeugd, later ook op de seniorenafdeling. Wie waren deze twee raadselachtige vrijgezellen die hun privéleven zo goed wisten af te schermen? En wat is hun betekenis geweest voor de ontwikkeling van de voetbalafdeling? In dit artikel richten we de schijnwerper op Frits Schilthuizen.

Kampong-legende Frits Schilthuizen (1936-2005) was een verstokte vrijgezel die eerst lang bij zijn moeder op de Raiffeisenlaan in Tuindorp woont, daarna verhuist naar een flat op Overvecht en eindigt op een flat op de Lamerislaan in Tuindorp. In het dagelijks leven is hij directeur van een basisschool in Hilversum, maar zijn sociale leven speelt zich voor een belangrijk deel af op Kampong, aanvankelijk als voetballer, later in veel andere functies zoals jeugdcommissielid, grensrechter en elftalleider. Soms, als hij ergens boos over is, verdwijnt hij een tijdje uit beeld. Maar altijd keert hij terug, want zonder Kampong kan hij niet. Al in 1972 wordt hij benoemd tot Lid van Verdienste. In 1982 wordt hij ook erelid van Kampong.

Als voetballer is Frits een ijverige, niet overmatig getalenteerde rechtshalf. Zo vormt hij midden jaren '50 de rechterkant van Kampong 1 met rechtsback Bob Bekooij. Joop de Bruijne herinnert zich dat Kampong 1 in het seizoen '56-'57 in de competitie tegen Voorwaarts speelt. "Bij Voorwaarts speelde Jan van Capelle. Dat was een dertiger die jarenlang furore had gemaakt bij het toonaangevende Utrechtse DOS, en in zijn nadagen afbouwde bij Voorwaarts. Frits maakte de ene na de andere overtreding en zorgde dat de grote Van Capelle - tot diens grote frustratie – totaal niet in de wedstrijd kwam. Van Capelle riep aan het eind van de wedstrijd boos tegen Frits: "Maar jij kunt helemaal niet voetballen!", waarop Frits antwoordde: "Dat is geheel waar, maar jij hebt vandaag geen bal geraakt!."

Al vrij snel wordt Frits jeugdleider en eind jaren vijftig vinden we hem samen met onder meer Cari Tijtgat terug als lid van de jeugdcommissie, die dan onder leiding staat van Jaap Icke, een man van de oude stempel voor wie de opvoeding van de jeugd vele malen belangrijker is dan een overwinning op het voetbalveld. Jeugdspelers die uit het veld worden gestuurd, worden bijvoorbeeld verplicht om een excuusbrief aan de tegenstander te schrijven. Hoewel Frits meer prestatiegericht is dan ‘Ome Jaap’, spreekt deze benadering hem aan. Dat blijkt althans uit het feit dat hij dit schoolvoorbeeld van klassieke pedagogiek vele jaren later ook bij de hockeyjeugd introduceert.

Gedegen organisator
In 1962 komt een abrupt einde aan de jeugdcommissie, vertelt Hans Créton. "Ik zat toen zelf in de seniorencommissie. Het waren de jaren waarin de voetbalafdeling op zijn dieptepunt was beland. Het eerste speelde tweede klasse onderbond en in de organisatie hielden veel ouderen ermee op. Er moest iets gebeuren. Nu kende ik als leraar veel goede spelers bij andere verenigingen. Om het tij te keren heb ik er een paar overgehaald om bij Kampong te komen voetballen. Maar wij wilden ook de beste jeugdspelers naar het eerste halen en daar weigerde de jeugdcommissie pertinent aan mee te werken. Zij hadden het idee dat je een speler daarmee verpestte. En het ging bovendien ten koste van de resultaten van de A-junioren, wat Frits niet leuk vond. Het is een enorm conflict geworden, dat uiteindelijk is voorgelegd aan het Kampongbestuur dat ons gelijk gaf, met als gevolg dat de jeugdcommissie toen en bloc is opgestapt. Het conflict had ook zijn weerslag op de persoonlijke verhoudingen. Met Cari kon ik na een tijdje wel weer goed door één deur, maar tussen Frits en mij is het nooit meer helemaal goed gekomen." 

Ook na deze roerige episode blijft Frits actief in de jeugdafdeling en zowel Hans Créton als Joop de Bruijne kenschetsen hem als een gedegen organisator, die beleidsmatig misschien niet een heel grote inbreng heeft, maar die altijd aanwezig is en zorgt voor een vlekkeloze gang van zaken in de jeugdafdeling. Voor veel jeugdspelers, maar ook voor jeugdleiders, is hij in die tijd een steun en toeverlaat. Dat hij in 1972 wordt benoemd tot Lid van Verdienste is dan ook zeker niet in de laatste plaats daaraan te danken. Naast de voetbalafdeling is hij ook actief als spelend cricketer en zit hij daarna jarenlang in de Cricketcommissie.

Als trouw Kamponglid en voormalig eerste-elftalspeler is Frits uiteraard een vaste bezoeker van de wedstrijden van het eerste. Lange tijd fungeert hij als grensrechter, maar vooral na de komst van Cienus van Kooten als trainer in 1973 gaat hij ook een rol spelen als begeleider (of manager, zoals we het nu waarschijnlijk zouden noemen). Over het belang van die rol kan Ton van Rietbergen, in die tijd speler van het eerste, kort zijn: "Zonder Frits geen Cienus. Naast Bram en Freek, Piet en René en Gert en Hermien was daar ook het duo Cienus en Frits. De immer extraverte en flamboyante trainer naast de vlees geworden gewone man. Zo hing er altijd een shagje los in zijn mondhoeken, als ware hij Lucky Luke, en rookte hij nooit sigaretten maar altijd shag. Zijn vaak terugkomende uitspraak ook als het over zijn eigen onmisbaarheid ging was: ‘het kerkhof ligt vol met onmisbare mensen’. De combinatie van ‘het is allemaal niet zo belangrijk, het is maar een spelletje’, met een sterk organisatorisch vermogen maakte hem onmisbaar. Cienus kon zijn grappen en grollen alleen maar maken omdat Frits er altijd uitleg bij gaf en de organisatie op orde had. Overleg met het bestuur of het regelen van wedstrijden of scheidsrechters: altijd was daar Frits. Tegelijkertijd vertegenwoordigde hij op een zeer aardige manier een soort van ‘law and order-gedrag’. Hij ademde uit welke dingen wel kunnen en wat niet kon, waarbij hij voor de meer linkse jongens ook altijd aangaf dat het somtijds ballerige gedrag van Kampongers, vooral hockeyers, van hem niet zo hoefde."

Blote dames
Die nadruk op de volgens hem bij Kampong horende normen en waarden, demonstreert hij regelmatig tijdens de uitstapjes met jeugdelftallen. Tijdens een trip in 1982 naar een internationaal toernooi in Sigmaringen – in de buurt van Stuttgart – bijvoorbeeld rijdt hij met zijn eigen auto achter twee bestelbusjes aan met daarin veertien opgeschoten pubers. De bestelbusjes worden gereden door Frans van Niekerk en Jan van de Groenekan. Bij de plaspauzes wordt door de jeugd proletarisch gewinkeld in de Raststättes. Als op de Autobahn posters van blote dames op de ruiten van de busjes worden geplakt, komt Frits er wild gebarend naast rijden en wenkt dat ze bij de volgende afslag dienen te stoppen. Eenmaal stilstaand beent hij woedend zijn auto uit, gooit de roldeur van de busjes open en dreigt de jeugd met een rood aangelopen hoofd dat als hij dat nog eenmaal ziet, de daders op de eerste trein terug naar Utrecht zullen worden gezet.

Als man van de oude stempel kost het Frits soms moeite om te wennen aan de moderne tijd. Dat blijkt tijdens een trip met het eerste voetbalelftal naar Parijs. Natuurlijk gaat hij als altijd op tijd naar bed, maar de spelers hebben deze discipline iets minder. Als hij in Parijs op een ochtend om 7.00 uur een stadswandeling gaat maken, is hij blij verrast dat een aantal spelers ook al zo vroeg bij de pinken is. Tot hij doorkrijgt dat ze nu pas thuiskomen van een nachtje stappen, informatie waarover hij nog dagen verbaasd is.

Ook Erik Hardeman krijgt te maken met de weinig soepele manier waarop Frits de moderne tijd begroet. "Ik speelde in die tijd in het vierde met onder meer Joop van Schijndel en René Mentink en we staken onze kritische houding en onze politieke voorkeur voor links destijds niet onder stoelen of banken. Frits moest daar weinig van hebben, maar omdat wij verder wel aardige jongens waren en bovendien veel voor de club deden, beschouwde hij dat in het begin als jeugdige onbezonnenheid die vanzelf wel over zou gaan. Wacht maar, zei hij dan met malicieus plezier, over tien jaar zitten jullie zelf ook achter het stuur van een dikke wagen. In het begin was dat leuk en we konden er ook wel om lachen, maar naarmate de jaren vorderden en de dikke wagen uitbleef, werden de opmerkingen van Frits steeds venijniger en begonnen we hem steeds minder aardig te vinden. Hij kon het gewoon niet hebben dat hij geen gelijk had gekregen."

Waardering 
In de late jaren '80 is Frits 'een beetje klaar' met de afdeling Voetbal. De hockeyers krijgen daar lucht van en Wim Cornelis benadert hem om de hockey-jeugdafdeling te reorganiseren. Tot bijna ieders verbazing zegt hij 'ja' en vertrekt bij Voetbal. Zijn bijnaam wordt Frits Jan Schilthuizen. Hij zet de jeugdafdeling goed op poten en neemt in 1999 het initiatief voor de verkiezing van het Sportmeisje en de Sportjongen van het jaar, een traditie die nog steeds in ere wordt gehouden. Nadat hij de klus bij de jeugd heeft geklaard, stapt hij over naar de hockeysenioren. Ook daar pakt hij de organisatie aan. Zijn centrale rol binnen hockey blijkt wel uit het feit dat hij aan de zijkant van het toenmalige clubhuis – tegenover de tennisbanen – een eigen kantoortje heeft.

Naar de reden van zijn onverwachte overstap van voetbal naar hockey is het nog steeds gissen. Volgens Hans Créton is een gebrek aan erkenning voor zijn inzet voor de voetbalafdeling waarschijnlijk een van de redenen. "Hij was in ieder geval zeer vereerd dat de hockeyers hem vroegen. Die waardering had hij in de voetbalafdeling gemist." Ook Ton van Rietbergen zoekt het in die richting. "Persoonlijk denk ik dat het een combinatie van push en pull factoren was. Bij het hockey ging het die jaren voor de wind en het feit dat zij erkenden dat juist Frits de schakel was die ze misten, streelde hem natuurlijk. Wellicht is bij de geboren onderwijzer toch ook gaan wringen dat hij bij voetbal waardering miste, want iedereen sprak altijd over Cienus en zijn successen maar dat Frits daar in grote mate voor verantwoordelijk was werd eigenlijk nooit uitgesproken." Misschien zinde het hem ook niet dat de voetbalafdeling steeds professioneler begon te worden, suggereren Naud Naeff en Joop de Bruijne. "Hij had in ieder geval grote moeite met de vervagende normen en waarden binnen de voetbalafdeling, vertelt Naeff. Ik weet nog goed dat op een gegeven moment een jeugdspeler werd geschorst, maar dat die speler de volgende week onder een andere naam gewoon weer speelde. Daar gruwde Frits van."  De Bruijne: In de tijd van Cienus heeft hij wel eens gezegd: 'als ze met rugnummers gaan spelen, dan stop ik ermee.' Maar ik weet niet of dat echt de reden was, want na zijn overstap naar hockey was hij opeens helemaal pro topsport, een merkwaardige ommezwaai."

Bach of Mozart
Een glimp van de manier waarop Frits – bij Hockey intussen manager van Heren 1 - op Kampong als vertrouwenspersoon voor sporters heeft gefungeerd, krijgen we te zien in een in 1998 gehouden interview in de Klapperboom met Kampong 1-speler en veelvoudig international Paul Frederik van Esseveldt. Hij vertelt dat hij op jonge leeftijd niet erg serieus met zijn sport bezig was en bepaald geen topsportleven leidde. Hij vervolgt: "Gelukkig ben ik in die tijd op Kampong erg goed opgevangen en begeleid. Vooral Frits Schilthuizen is voor mij erg belangrijk geweest. Hij wees me op een goede manier op mijn verantwoordelijkheden, maar liet me ook mijn mogelijkheden zien. Bovendien rookt hij net als ik. Vandaar dat ik samen met Mark de Jong ook altijd bij Frits in de auto naar uitwedstrijden ga. Zoals elke Frits-kenner weet, rijd je dan wat om, maar dat heb ik er graag voor over. Als hij tenminste niet van die vervelende Bach of Mozart opzet, want dat kan ik echt niet hebben zo vlak voor een wedstrijd", aldus Van Esseveldt in een interview met als kop ‘Dankzij Frits haal ik (de Spelen van) Sydney’. 

Een citaat uit 2013 van oud-eerste elftalspeler Rick Volkers over Frits: "Wijlen Frits Schilthuizen, Kampong-icoon, was een manager waar je bij kon uithuilen. Die je naar het treinstation bracht na de training en altijd zeempjes en hockeyschoenen haalde bij de Dita-fabriek in Woerden. Waarvoor een vaste fles Jägermeister klaarstond bij de bar."  In 2002 wordt Frits – samen met Arnaud Naeff – lid in de Orde van Oranje Nassau vanwege zijn verdiensten voor de vereniging. De uitreiking vindt plaats tijdens de georganiseerde feestelijkheden op het toenmalige eerste kunstgrasveld door burgemeester Annie Brouwer.

Alles overziend kan worden gesteld dat het misschien wel de belangrijkste verdienste van Frits is dat hij overal waar hij binnen Kampong actief is zorgt voor een gedegen organisatie. De zaken waarvoor hij verantwoordelijk is, zijn altijd tot in de puntjes geregeld. Daarnaast is Frits in het clubhuis alom bekend omdat hij regelmatig zijn sleutels, shag en portemonnee kwijt is. In zijn laatste jaren wordt Frits ziek. Hij wil dan geen bezoek meer ontvangen, ook niet van zijn oude kameraden. Dat is kenmerkend voor de man die zijn leven lang wars is van uiterlijk vertoon en geen enkele behoefte heeft om het middelpunt van de belangstelling te zijn. Kenmerkend is de anekdote over de dag waarop hij wordt aangehouden door twee agenten, die naar zijn papieren vragen. Als ze hem vervolgens feliciteren met zijn verjaardag, kijkt hij verbaasd op. "Verrek, nou jullie het zeggen, helemaal niet aan gedacht."

In 2005 overlijdt Frits Schilthuizen, 69 jaar oud. Op de rouwkaart staat de tekst 'Kampong was van hem, en hij was van Kampong'.

Delen

Lees meer over:
frits schilthuizen historie terug naar toen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!